Wethouder Ursula Bekhuis en de bedrijfsconsulenten hebben in deze coronatijd veel contact met ondernemers. “Ondernemers zijn belangrijk voor onze gemeente. Niet alleen de gevestigde bedrijven, maar ook starters. Want elke bedrijf is ooit gestart”, zegt de wethouder. “Omdat we hen niet willen missen, proberen we hen juist nu zoveel mogelijk te ondersteunen." Die steun bestaat uit een luisterend oor, meedenken over wat mogelijk is binnen de geldende maatregelen en het op de hoogte houden van allerlei financiële regelingen.
Toen bleek dat een aantal ondernemers, waaronder de starters, geen of niet voldoende aanspraak kunnen maken op de bestaande Rijksregelingen en het water hen echt aan de lippen staat, stuurde wethouder Bekhuis samen met 9 Twentse collega-wethouders een brandbrief naar de ministers Koolmees en Van’t Wout om aandacht te vragen voor deze groep. “We hebben gepleit voor een extra ondersteuningspakket van het Rijk dat door de gemeenten ingezet kan worden voor deze groep ondernemers”, zegt Bekhuis. “Maar omdat de situatie voor hen meer dan urgent is, kunnen we niet wachten op reactie uit Den Haag en hebben we inmiddels zelf een gemeentelijk Noodfonds in het leven geroepen. De raad heeft hiervoor 50.000 euro beschikbaar gesteld. Hierop kan deze groep ondernemers aanspraak maken.”
Ondertussen blijft de wethouder samen met haar collega’s hopen op extra tegemoetkoming uit Den Haag. “We hebben deze regeling in het leven geroepen omdat ons er alles aan gelegen is om onze ondernemers te behouden. Maar het wordt elk jaar moeilijker om onze begroting rond te krijgen. Onze gezamenlijke oproep richting het Rijk blijft dus onverminderd van kracht.’